Daniel 3

De koning stelde een dieet op van het beste voedsel en de beste wijn uit de koninklijke keuken. Drie jaar lang moesten zij de opleiding volgen en daarna zouden zij bij hem in dienst komen.

1Onder de uitgekozen jongemannen bevonden zich ook vier jongens uit Juda: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. 2Aspenaz gaf hun echter Babylonische namen: Daniël werd Beltesassar genoemd, Chananja kreeg de naam Sadrach, Misaël noemde hij Mesach en Azarja werd Abednego.

3Daniël nam zich voor niets te gebruiken van het eten en de wijn die zij van de koning kregen, want hij wilde zich aan de reinheidsvoorschriften houden. Hij vroeg Aspenaz of hij in plaats daarvan ander voedsel mocht eten. 4God zorgde ervoor dat deze man aan de wens van Daniël tegemoetkwam. 5Hij zei echter wel: ‘Ik ben bang dat je mager en bleek zult worden in vergelijking met de andere jongens van jouw leeftijd. En als de koning, die zelf het dieet heeft vastgesteld, dat ziet, krijg ik problemen.’

6Daniël sprak erover met de kamerheer die door Aspenaz was aangesteld om voor hem en Chananja, Misaël en Azarja te zorgen.

7Daniël stelde hem voor: ‘Neem dan tien dagen met ons de proef, door ons uitsluitend groenten en water te geven. 8Na deze proefperiode moet u ons uiterlijk vergelijken met dat van de andere jongens die wel van het voedsel van de koninklijke tafel eten. Dan kunt u altijd nog besluiten of u ermee doorgaat of niet.’ 9De kamerheer ging ermee akkoord het tien dagen te proberen. 10En jawel, tien dagen later bleken Daniël en zijn drie vrienden er gezonder en beter uit te zien dan de jongemannen die hadden gegeten van het door de koning voorgeschreven voedsel! 11Voortaan nam de kamerheer dus het voorgeschreven voedsel en de wijn weg en gaf hun uitsluitend groenten.

12God gaf deze vier jongemannen het vermogen goed te kunnen leren. Algauw beheersten zij alle literatuur en wetenschappen van hun tijd. Daniël kreeg bovendien de speciale gave dromen en visioenen te verklaren. 13
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Dan. 1:19.
14
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Dan. 1:18-19.
Na de opleidingsperiode van drie jaar bracht Aspenaz de jongemannen naar de koning. Met ieder van hen had koning Nebukadnessar een lang gesprek, maar niemand maakte meer indruk op hem dan Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. Daarom nam hij hen als adviseurs in dienst.
15Bij alle kwesties waarbij het aankwam op wijs inzicht en een goed oordeel, werden zij te hulp geroepen. De koning merkte dat het advies van deze jongemannen tienmaal beter was dan dat van alle geleerden en astrologen in zijn rijk. 16Daniël bleef adviseur tot het eerste regeringsjaar van koning Cyrus. 17

De nachtmerrie van Nebukadnessar

18In zijn tweede regeringsjaar kreeg Nebukadnessar een vreselijke nachtmerrie. Hevig verontrust werd hij wakker en kon de slaap niet meer vatten. 19Hij ontbood meteen alle geleerden, bezweerders, tovenaars en astrologen. Zij moesten hem zijn droom verklaren. 20Toen zij allemaal voor hem stonden, zei hij: ‘Ik heb een vreselijke nachtmerrie gehad. Dat maakt mij erg ongerust en daarom wil ik weten wat dat te betekenen heeft.’ 21Toen antwoordden de astrologen hem: ‘Majesteit, vertel ons uw droom, dan zullen wij u de betekenis ervan uitleggen.’ 22De koning zei echter: ‘Ik heb besloten dat u mij zowel de droom als zijn uitlegging moet vertellen! Als u dat niet kunt, zal ik u in stukken laten hakken en uw huizen met de grond gelijk laten maken. 23U krijgt echter prachtige geschenken en ik zal u met eerbewijzen overladen, als u mij zegt hoe mijn droom was en mij zijn betekenis vertelt. Vooruit, steek van wal!’ 24Maar zij herhaalden: ‘Hoe kunnen wij vertellen wat de betekenis van uw droom is, als u ons niet eerst uw droom vertelt?’ 25
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Dan. 2:9.
26
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Dan. 2:8-9.
De koning barstte uit: ‘Ik heb u wel door! U probeert tijd te winnen. U ziet dat ik vastbesloten ben u terecht te stellen, als u mij de droom niet kunt vertellen. En u hebt afgesproken mij iets op de mouw te spelden in de hoop dat ik de hele zaak na verloop van tijd vergeet! Maar als u mij mijn droom niet kunt vertellen, weet ik zeker dat u die ook niet kunt uitleggen.’
27De astrologen antwoordden hun vorst: ‘Geen mens ter wereld kan antwoord geven op de vraag die u stelt! Daarom heeft nog nooit een koning, hoe groot of machtig ook, zoiets aan een geleerde, tovenaar of astroloog gevraagd. 28U wilt het onmogelijke. Niemand kan u uw droom vertellen, behalve de goden, maar die wonen niet onder de stervelingen.’

29Toen de koning dit hoorde, werd hij razend en beval alle wijze mannen uit Babel terecht te stellen. 30Overal werden wijzen opgepakt. Ook Daniël en zijn metgezellen liepen gevaar gearresteerd en gedood te worden.
Copyright information for NldHTB